Deze studie evalueert de huidige conceptualisering van selectief mutisme (SM) als een angststoornis in de DSM-5 met behulp van een meta-analytische benadering. Bij gebrek aan systematische beoordeling van angst op het gebied van SM, hebben we de prevalentiegegevens van comorbide angststoornissen samengevoegd in een random-effects meta-analyse. Op basis van 22 studies (N = 837) ontdekten we dat bij 80% van de kinderen met SM een comorbide angststoornis werd vastgesteld, voornamelijk sociale fobie (69%). Echter, er was veel heterogeniteit tussen de studies, dat niet kon worden verklaard door a priori gespecificeerde moderators. De bevinding dat SM vaak wordt gediagnosticeerd in combinatie met angststoornissen, geeft aan dat deze stoornissen geen afzonderlijke, scheidbare categorieën zijn. Bovendien helpt deze bevinding niet bij het ophelderen van de relatie tussen SM en angst als etiologisch mechanisme of symptomatisch kenmerk. Het verbreden van onze onderzoeksstrategieën met betrekking tot de beoordeling van angst is van groot belang om de rol van angst bij SM te verduidelijken en een juiste classificatie mogelijk te maken.